levensboomsefirot

Het scheppingsverhaal in de Bijbel of Oude Testament verhaalt over de 7 dagen waarin onze wereld is geschapen. De Kabbala verklaart gedetailleerd hoe onze wereld vorm heeft gekregen. Het voert te ver om de hele kosmogonie (het ontstaan van onze kosmos) en kosmologie (de structuur en evolutie van het heelal) hier te vertellen, maar kort samengevat komt het neer op het volgende.

Onze wereld is ontstaan door het langzaam materialiseren van het stralende, alom aanwezige licht, goddelijke uitstraling, het Ein Sof genaamd. Dit scheppingslicht straalde alle kanten uit en om iets te kunnen creeëren, werd het opgevangen door tien vaten (sefiroth, enkelvoud sefira) die het licht kleurden met hun eigenschappen en zo stap voor stap verdichtten tot het materie werd en onze wereld een feit was. Ieder vat neemt een deel van het licht op en straalt de rest uit naar de volgende vaten. Het licht blijft altijd hetzelfde, een uiting van het licht van onze Bron. Dit licht vind je terug in alle levende wezens, in alle materie en in alles wat ons omringt.

fireletter1 De eerste schaal of vat waarin het licht stroomde, is Kether, vertaald met kroon. Kether is eigenlijk te groots, te ijl, om als mens te bevatten. In Kether heerst absolute eenheid, alle duale eigenschappen zijn hier volledig in balans. We kunnen het versimpelen door te zeggen dat in Kether de wil ontstaat waarmee iedere actie begint. Zonder deze wil bestaat er geen groei, geen beweging. Je kunt je Kether voorstellen als een vonk die alles omvat, die alles in beweging zet en van waaruit alles ontstaat. Meetkundig staat Kether voor de punt, het begin van alle andere meetkundige figuren. Je vindt Kether op de Zuil van Evenwicht.
fireletter2 De tweede schaal is Chochma, wijsheid. Hier is alle potentieel aanwezig zonder enige beperking. Chochma is een diepe mystieke wijsheid die je krijgt door visioenen en verbinding in meditatie, niet door studeren. Chochma ligt op de Zuil van Uitbreiding en vertegenwoordigt het mannelijke oer archetype. De energie is hier explosief en expanderend, hier is de wil om iets neer te zetten, te manifesteren. Er is nog geen vorm maar wel bewustzijn aanwezig. Je kunt je Chochma voorstellen als het vonkje waardoor een motor start, waardoor alle beweging in gang wordt gezet.
fireletter3 De derde schaal is Bina, begrip. In dit vat wordt de explosieve kennis van Chochma gekaderd en in een structuur gegoten zodat deze hanteerbaar wordt. Bina ligt op de Zuil van Samentrekking, waardoor de explosieve wijsheid van Chochma tot begrip kan leiden. Bina is het oer archetype van de vrouw, de moeder. Zij is de baarmoeder, de bouwer. Meetkundig staat Bina voor de driehoek, een voertuig om de oneindigheid van Kether en de rondvliegende wijsheid van Chochma te kunnen vervoeren.
fireletter4 Als vierde stroomt het licht door Chesed, liefde. Chesed staat voor de grenzeloze compassie en onvoorwaardelijke liefde waarmee het universum is geschapen en waarvan de schepping en al haar schepsels doordrenkt zijn. Chesed wordt ook wel Gedoelah (grootheid) genoemd, een stralend wit licht, onaards, en overlopend van genade en liefde. Als onderdeel van de Zuil van Uitbreiding bestaat hier het gevaar dat Chesed blijft geven, ook aan diegene die niet wil ontvangen.
 fireletter5 Vervolgens stroomt het licht in Gevoera, strengheid. Zonder Gevoera zou Chesed blijven geven, Gevoera perkt de onvoorwaardelijke stroom van liefde in zodat het voor de mens mogelijk is haar te ontvangen. Hier vinden we oordeel en rechtvaardigheid. Zonder Chesed zou Gevoera koud en hardvochtig zijn, maar in balans vind je hier een rechtvaardig oordeel, waarbij iets van alle kanten bekeken en gewogen wordt. Hiervoor zijn ontzag en innerlijke kracht nodig.
fireletter6 In het midden komen we als zesde schaal Tiferet, schoonheid, tegen. Tiferet is als een stralende zon, die laat zien hoe prachtig en schitterend onze realiteit is. De schoonheid van Tiferet benadrukt dat de mens in zijn spirituele groei uitstijgt boven zijn ego en emoties en in zijn Zelf zijn eigen goddelijke schoonheid herkent. Tiferet wordt ook wel Rachamim genoemd, erbaren, want door de innerlijke schoonheid kijk je met erbarmen naar jezelf en de wereld om je heen. Bijzonder is dat Tiferet met alle andere vaten verbonden is, behalve met Malchoet.
fireletter7 De zevende schaal is Netzach, volharding, waar emoties en instincten heersen, puur gevoel zonder beperkingen. Deugden in Netzach zijn het goed zorgen voor je fysieke lichaam, creatie met onbeperkte scheppingskracht en uithoudingsvermogen. In Netzach voel je je volledig en heel en kun je een kanaal voor onbaatzuchtige liefde zijn, niet te verwarren met een partner buiten jezelf die jou zou moeten aanvullen.
fireletter8 De achtste schaal is Hod, glorie. De naam laat zien, dat de ontvanger een bepaald niveau dient te hebben om de ontvangst van het scheppingslicht waardig te zijn. Hod staat voor denkprocessen en beelden die tot hoger inzicht kunnen leiden en is een kanaal voor kennis van het goede. Door je kennis ten dienste te stellen van het grote geheel neem je je verantwoordelijkheid op. Hod en Netzach worden ook wel twee benen genoemd, de een kan niet zonder de ander. Het zijn twee tegenhangers die elkaar in balans houden.
fireletter9 De volgende schaal is Yesod, het fundament waar alle eigenschappen bij elkaar komen om vervolgens in Malchoet te worden gemanifesteerd. Lichamelijk heeft Yesod te maken met de geslachtsorganen en creatieve scheppende energie. Psychisch staat Yesod voor het “id”, het instinctieve onbewuste dat we vanaf onze geboorte bij ons dragen. Hier vinden de verlangens van Netzach en de beelden en kennis van Hod hun uiteindelijke vorm en komen het mannelijk en vrouwelijk in balans.
fireletter10 Als laatste stroomt het licht in Malchoet, koninkrijk. Deze schaal wordt ook wel Shechina (aanwezigheid van de Bron of vrouwelijke kant van god) genoemd. Malchoet is de zee waarin alle druppels water samenkomen, het resultaat dat nu gemanifesteerd wordt. Malchoet representeert het lichaam, de basale behoeften van ons menselijke bestaan, het aardse aspect.

 

Tenslotte zie je in de Levensboom nog een extra vat, Da’at. In Sefer Yetsira, het Boek der Schepping, wordt duidelijk gezegd dat Da’at geen echte sefira is. Toch hoort Da’at wel bij de Levensboom en staat voor kennis. Geen menselijke kennis, maar een combinatie van de mystieke wijsheid van Chochma en het begrip in Bina, die samen kennis vormen die je krijgt door inspiratie, door het loslaten van het denken en je over te geven aan de taal van de symbolen. Je zou kunnen zeggen dat het krachtige scheppende licht omlaag stroom via Kether, Chochma en Bina naar de lagere vaten en dat Da’at het prisma is dat het witte licht breekt in de zeven kleuren van de regenboog. Zo ook kunnen we Da’at begrijpen: het is geen goddelijke eigenschap, maar geeft ons de abstracte kennis om het goddelijke licht te kunnen zien, de kunnen duiden. In Da’at leven mystieke visioenen en geïnspireerde kennis. Het is net alsof je een glimp van het overweldigende licht mag opvangen, maar het is zo fel dat je je ogen dichtknijpt en even in het duister staat, het volledige Niets. In dit Niets ervaar je de inspiratie, vol vertrouwen en vol overgave.